Als een EU-lidstaat geld wil lenen, doet het dat meestal zelf, via staatsobligaties. Sterke economie? Lage rente. Zwakke economie? Hoge rente. Bij eurobonds doet de EU dat collectief: één lening, waarvoor alle lidstaten samen garant staan. Daardoor is lenen goedkoper voor landen met hoge staatsschulden, maar de risico’s worden wel gedeeld.
Sinds de coronacrisis is het geen theorie meer: in 2020 werd het coronaherstelfonds opgetuigd, goed voor zo’n 750 miljard euro. Eurobonds zijn sindsdien geen abstract idee meer, maar echter dan ooit. Recent nog haalde de Europese Commissie via een obligatieveiling opnieuw zo’n €5 miljard op, met looptijden tot 2042. Deze veiling maakt deel uit van het bredere financieringsprogramma dat sinds het coronaherstelfonds in beweging is gezet. Die spanning is opnieuw actueel, nu EU-ministers eind mei het nieuwe Europese defensiefonds van €150 miljard hebben goedgekeurd. Dit fonds wordt, net als het coronaherstelfonds, volledig gefinancierd via gezamenlijke leningen, oftewel eurobonds.
Maar waarom is er zoveel discussie? Nederland is traditioneel zuinig. Niet uit onwil om Europese solidariteit te tonen, maar uit zorg voor financiële discipline. Zoals ook in Trouw werd opgemerkt, leeft in Nederland de zorg dat eurobonds landen met hoge schulden stimuleren om nog meer te lenen, zonder directe gevolgen. De prikkel van de kapitaalmarkt, hogere rente bij risicovol beleid, kan namelijk verdwijnen als iedereen samen garant staat.
Wat zijn dan de voordelen? Voor landen als Italië en Griekenland betekende het coronaherstelfonds directe toegang tot goedkope financiering. Het geld kon worden ingezet voor digitalisering, verduurzaming en herstel. Volgens de Europese Commissie leidde dit tot snellere economische groei en hervormingen. Bovendien positioneerde de EU zich als sterke speler op de wereldmarkt, iets wat met het nieuwe defensieplan van Commissievoorzitter Von der Leyen opnieuw wordt nagestreefd. Samen staan we sterker is dus de gedachtegang. Ook economisch is het logisch, gezamenlijke leningen leveren een lagere rente op. Met het oog op geopolitieke onzekerheid, de veranderende rol van de VS als partner van Europa bijvoorbeeld, is snel beschikbaar kapitaal voor bijvoorbeeld strategische autonomie belangrijk.
Wat zijn dan de risico’s? De Europese Rekenkamer was dit voorjaar bijzonder scherp over het coronaherstelfonds. In een vernietigend rapport stelde zij dat er nauwelijks zicht is op waar het geld naartoe ging of wat het opleverde. Fraudeonderzoeken in Italië, schimmige iPad-aankopen voor schoolkinderen en overcompensatie voor verduurzaming zijn geen uitzonderingen. Ook Nederland, dat pas laat haar plannen indiende, dreigt nu geld mis te lopen door achterblijvende hervormingen.Het coronafonds was daarnaast deels gebaseerd op subsidies, die nooit terugkomen. Het huidige plan voor defensie werkt anders: lidstaten lenen rechtstreeks van Brussel en betalen terug. In theorie minder risicovol, maar als één land zijn schuld aan Brussel niet aflost, draaien andere landen, zoals Nederland, alsnog op voor de schade.
De eurobond is dus allang geen toekomstvisie meer, het is een realiteit waar we mee om moeten gaan. Gezien de internationale ontwikkelingen zal het instrument vermoedelijk vaker worden ingezet, of je nu voor of tegen bent. De echte vraag is dan ook niet óf we eurobonds gebruiken, maar hoe. Wat we van het coronaherstelfonds kunnen leren, is dat je niet kunt bouwen op gedeelde schulden zonder gedeelde verantwoordelijkheid. Zonder transparantie over besteding, doelen en prestaties en duidelijke verantwoording in het gezamenlijke systeem verliest het systeem zijn legitimiteit, en daarmee het draagvlak.
Naast alleen het geld voor defensie-uitgaven, is het belangrijk om ook een sterke defensie-industrie hebben waar het geld daadwerkelijk ook kan worden uitgegeven. Dit zullen wij onder andere bespreken bij het evenement dat Castro op 23 juni samen met American Chamber of Commerce in the Netherlands (AmCham) in aanloop naar de NAVO-top in Den Haag organiseert, hier zullen onder andere Staatssecretaris van Defensie – Gijs Tuinman en voormalig Secretaris-Generaal van de NATO, Anders Fogh Rasmussen komen spreken.
Wil je meer weten of hier verder over praten? Neem dan contact op met Roel Yska (roel@castro.brussels).