Wanneer is een gesprek met een politicus gewoon even bijpraten, en wanneer is het lobbyen? Is een sms van Commissievoorzitter Von der Leyen aan de topman van Pfizer over coronavaccins relevant voor beleid of is het privé? Deze week stelde het Europees Hof dat de commissie onvoldoende heeft gemotiveerd dat de berichten onbelangrijk zouden zijn. Maar dat roept vooral de vraag op: wanneer telt iets als invloed op besluitvorming?
Brussel kan niet zonder lobby. Beleidsmakers hebben informatie nodig om goede keuzes te maken en bedrijven, ngo’s en andere organisaties die te maken hebben met de effecten van wetgeving in de praktijk. Vaak lopen formele en informele contacten voortdurend door elkaar heen. Een oud-collega tegenkomen op een conferentie, een appje sturen, een lunch met een bekende: het gebeurt dagelijks en kan net zo invloedrijk zijn als een officieel overleg. Toch valt dit soort contact vaak buiten beeld.
En dat is niet zonder risico, de EU wordt gekenmerkt door problemen met transparantie. Denk aan het Qatargate-schandaal, waarbij parlementsleden verdacht werden van het aannemen van geld in ruil voor politieke steun. Of de rel rondom Huawei, waar recentelijk huiszoekingen bij lobbyisten zijn gedaan op verdenking van omkoping. Zulke zaken zijn slecht voor het vertrouwen in de EU, juist omdat ze laten zien dat het huidige systeem te weinig zicht biedt op wie er precies mee aan tafel zit.
De EU heeft wel een lobbyregister, maar dat registreert vooral formele ontmoetingen. Ook de appjes van Von der Leyen worden niet gepubliceerd omdat zij deze zelf niet als belangrijk heeftv gearchiveerd. Het vangt dus niet alles wat in de praktijk onder lobby zou kunnen vallen, en zolang het onduidelijk blijft wat er wel en niet onder valt blijft ook voor de buitenwereld onduidelijk wie invloed heeft gehad op welk besluit.
Zoals onlangs door Castro in Amsterdam voorgesteld met de invoer van een gemeentelijk lobbyregister, helpt meer openheid juist om wantrouwen vóór te zijn. Door actief te laten zien met wie er wanneer is gesproken, en waarom, ontstaat er ruimte voor een eerlijker en transparanter proces. Dat geldt in Brussel net zo goed als op lokaal niveau in Nederland.
De EU stelt hoge eisen aan anderen als het gaat om integriteit en openheid. Dan is het niet meer dan logisch dat ze ook zelf laat zien dat ze bereid is verantwoording af te leggen over hoe besluiten tot stand komen.
Wil je meer weten of hier verder over praten? Neem dan contact op met Roel Yska (roel@castro.brussels), adviseur EU en lobby bij Castro EU.